Bronnen: Alain Bruyndonckx, Tervuren in stijl, een stilistische benadering van het bouwkundig erfgoed, een uitgave van Visit Tervuren n.a.v. Open Monumentendag 2025. + Aantekeningen tijdens het volgen van de rondleidingen op 14 september 2025 in de kapel van het Heilig-Hartcollege Tervuren.
Geleid bezoek aan de gewezen kapel van de Barmhartige Christus
Op zondag 14 september 2025 was de kapel van het Heilig-Hartcollege – beter bekend als onze kapel – uitzonderlijk toegankelijk in het kader van Open Monumentendag. Heel wat geïnteresseerden namen deel aan de rondleidingen en kregen dankzij de gidsen een dieper inzicht in de materiaalkeuze, de architectuur en de bijzondere plaats die dit gebouw inneemt binnen de Belgische kerkarchitectuur.
Eeuwenlang werd het christelijk kerkgebouw bepaald door het basilica-type, dat zijn oorsprong vond in de Romeinse basilieken. Deze rechthoekige gebouwen met apsissen, zuilenrijen en bovenlichten boden de eerste christenen een voor de hand liggend model voor hun cultusruimte. Tot ver in de 20ste eeuw bleef dit concept de norm.
Rond het midden van de vorige eeuw kwam daar echter verandering in. Architecten gingen experimenteren met nieuwe vormen, materialen en constructiemethodes, en namen bewust afstand van het traditionele basilicale model. Ook in Tervuren kreeg die vernieuwingsbeweging vorm met de kapel van het Heilig-Hartcollege, ontworpen in 1956 door architect Silvain Smis uit Oostende. Het gebouw werd gerealiseerd nog vóór het Tweede Vaticaans Concilie, maar anticipeerde al op de liturgische vernieuwingen die later zouden volgen.
Silvain Smis was een Oostendse architect die vooral in de jaren ’50 en ’60 actief was. Zijn werk wordt gekenmerkt door de zoektocht naar vernieuwende kerkelijke architectuur, in lijn met de liturgische en maatschappelijke veranderingen van die tijd. Hij liet zich inspireren door moderne constructiemethodes en door een functionele indeling die het contact tussen celebrant en gemeenschap centraal stelt. De kapel van het Heilig-Hartcollege in Tervuren behoort tot zijn meest markante ontwerpen.
Het ontwerp valt op door het eivormige grondplan, waarbij het koor zich bevindt aan het smalste gedeelte. Op die manier wordt een grote groep gelovigen samengebracht met een optimaal zicht op het koorgebeuren. Deze vorm bevordert niet alleen de verbondenheid tussen celebrant en gemeenschap, maar versterkt ook het gevoel van samenhorigheid.
Het interieur loopt taps toe naar het koor en krijgt een opvallend ruimtelijk karakter door het subtiele gebruik van twee reeksen van acht smalle, hoge metalen zuilen die het plafond schragen. Het licht valt binnen via reeksen smalle, hoge en geometrisch uitgewerkte glas-in-loodramen. De vloer bestaat uit witte tegels, met een zwart gedeelte in het koor. De muren zijn bepleisterd, terwijl het koor zich onderscheidt door bakstenen wanden. Achter het koor bevindt zich een kooromgang met acht kapelletjes, bedoeld voor de individuele missen van de paters, en met toegang tot de sacristie.
De ruimte wordt overspannen door een licht golvend straalgewelf, als een velum met een kern boven het koor. Dit verleent de kapel een bijzonder ruimtelijk karakter. Het opvallend bepleisterde plafond lijkt een stilering van kruisribgewelven en zou verwijzen naar de tentenkampen van Abraham.
De architectuur weerspiegelt duidelijk de tijdsgeest van de jaren ’50, die we associëren met de pre-Expo-58-stijl: gedurfd, atypisch en open van opzet, met onder meer een markante torenconstructie.
Ook de kunsten kregen een plaats in de kapel. Zo realiseerde kunstenares Marthe Donas hier een kruisweg, wat bijdroeg aan de artistieke en spirituele waarde van het gebouw. Donas, een van de eerste Belgische vrouwen die aansluiting vond bij de internationale avant-garde, evolueerde van het kubisme naar een meer sobere en spirituele beeldtaal. In de kruisweg van de kapel komt haar zoektocht naar eenvoud en innerlijke kracht duidelijk tot uiting, waarmee ze het gebouw een blijvende artistieke meerwaarde gaf.
De officiële opening van de kapel vond plaats in aanwezigheid van Mgr. Honoré Van Waeyenberg, priester, pedagoog en rector van de Katholieke Universiteit Leuven. Zijn inzet voor onderwijs en geloofsgemeenschap gaf het college én de kapel een blijvende betekenis.
Tijdens de rondleidingen ontdekten de bezoekers hoe dit gebouw een keerpunt illustreert in de Belgische kerkarchitectuur en waarom de kapel vandaag nog steeds een bijzonder monument is.