Tocht door de Bijbel, van kaft tot kaft
Bij de een stond de Bijbel stof te vergaren, de ander heeft er nooit een gehad. De derde gebruikt een mooie uitgave in de dagelijkse lespraktijk. Toch delen vijf leerkrachten van het Heilig Hartcollege in Tervuren meer dan hun divers parcours doet vermoeden: een brandende nieuwsgierigheid naar een spirituele en culturele bibliotheek van ruim 3.000 jaar oud, alias de Bijbel.
Sylvie Walraevens - Tertio 13 maart 2024
Het zou een jaarproject worden, maar de Bijbellezingen begeesteren de deelnemers zodanig dat ze zijwegen zijn ingeslagen. Wat doet de tijd ertoe, het voornemen om zich onder begeleiding van hun collega en godsdienstleraar Frederiek Vanoplynes mee te laten nemen op een verkenning van de Bijbel, heeft hen in de greep. “Frederiek heeft een stevige reputatie opgebouwd binnen het schoolteam, we wisten dat we kwaliteit zouden krijgen”, lacht Hilde Kindermans, leerkracht Germaanse talen. “Door onze gesprekken tijdens de dagelijkse autorit ging ik beseffen dat ik een kinderlijk en nauwelijks geëvolueerd geloof had. Hij praatte over ernstige filosofen die nadachten over het christendom en dat fascineerde mij.” “Ik zou gek zijn om zo’n gelegenheid te laten passeren”, bekent ook Anneke Coessens, directielid en leerkracht geschiedenis. “Ik ben christelijk opgevoed, maar wat weet ik nog van de Bijbel? Mijn beeld is blijven hangen bij de kinderbijbels en Bijbelstrips die ik als kind zo graag las. Ook kunst voedde mijn kijk, maar bij lezing van de echte teksten geraak niet voorbij de eerste oppervlakkige laag. Daarom laat ik me graag voeden. Ben ik gelovig? Ik weet het niet, ik vecht er al een leven lang mee. Maar ik ben er wel door gefascineerd en ik kan er niet van loskomen.” Godsdienstleerkracht Marijke Huys aarzelde evenmin: “Ik pak alles mee dat mijn achtergrond verruimt. Hoe sterker mijn kennis, hoe makkelijker ik kan ingaan op vragen van de leerlingen.”
Boek der boeken
De jongste van de groep is Lieven Vandenbemden, leraar Engels en Nederlands. “Ik ben een buitenbeentje, want ik ben niet christelijk opgevoed”, zegt hij. “Daardoor mis ik basiskennis en referenties. Ik heb Taal- en Letterkunde gestudeerd – de studie van het boek –, maar het Boek der boeken ken ik niet. Eigenlijk staat de Bijbel nog boven de literaire canon, die samengesteld is uit werken die een grote invloed hadden op tal van schrijvers. De Bijbel heeft zo goed als de hele westerse literatuur beïnvloed. In De Gebroeders Karamasov voeren de gelovige en de atheïstische broer hoofdstukken lang gesprekken met elkaar. Er kwam een totaal nieuwe wereld op me af. De gelovige kant van de Bijbel blijft moeilijk. Ik zie deze bijeenkomsten veeleer als een leesclub en ben vooral geboeid door de invloed van de Bijbel op allerlei stromingen. Zo leerde ik dat de afschaffing van de slavernij terug te voeren valt op ideeën uit het jodendom.”
Kapstok
Vanoplynes grijpt de tocht met zijn collega’s aan als een persoonlijke verdieping. Een rijzige stapel boeken ligt op tafel: hij heeft ze een voor een doorwrocht om zijn tafelgenoten een razend boeiende avond te bezorgen, deze keer rond de brief van Paulus aan de Romeinen. Op het menu staan de culturele en tekstuele context, structuurinzichten, filosofische
lezingen van de passage en een hedendaagse vertaalslag. De teksten vormen een dankbare kapstok voor de maatschappelijke debatten van vandaag. Kwamen eerder al aan bod: antisemitisme, vrouwonvriendelijkheid, misbruik in de Kerk, trauma, slavernij… “De lezingen en gesprekken zijn best intens”, erkent Marijke, “maar mijn geloof wordt er niet door in vraag gesteld. Integendeel.”
Filosofie in verhalen
De groep volgt een leestraject dat wordt voorgesteld door Het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NVB) in het boek Bijbel in een jaar: een leesrooster met telkens één nieuw- en één oudtestamentische passage in tekstvorm of podcast, 365 dagen lang. Zo wordt begrip opgebouwd, steunend op voorgaande passages. “Je kan Bijbelteksten maar vatten als je ook de andere hebt gelezen”, zegt Vanoplynes. “Er is geen boek met zoveel intertekstuele linken. Daarom komen de cycli ook jaar na jaar terug in de liturgie. Telkens dikt je begrip aan. In tegenstelling tot het Griekse systeem, waarin je moet ingewijd zijn, brengen de vijf boeken van de Thora ‘filosofie in verhalen’, zoals Jonathan Sacks het verwoordt. Daarom sloegen ze zo sterk aan. Het zijn blokken die op elkaar passen en waarop je voort kan bouwen. Aan de hand van die verhalen kan je de samenleving uitleggen, zelfs aan kinderen.”
Eerste christenen
“Door de lezing van de Paulusbrieven besef ik wat een onthutsende ervaringen de eerste christenen hebben gekend en hoe historische toevalligheden en tal van misverstanden ons hebben gebracht waar we nu staan”, vervolgt Vanoplynes. “Hoe de heidenen een verhaal aannamen dat niet het hunne was. En hoe begeesterd zij waren. Deze avonden lijken wat op de samenkomsten van de eerste christenen, die ongedwongen en ongestructureerd een ervaringswerkelijkheid en taal met elkaar deelden om als nieuwe mensen in de wereld te staan. Als leraar word je door tal van praktische zaken opgeslorpt, waardoor de inhoudelijke activiteit al snel verschraalt. Deze bijeenkomsten zijn een manier om te herbronnen en naar de diepte te gaan. We zijn die dimensie uit de samenleving aan het wegsnijden, terwijl we ze als mens zo nodig hebben. Hoe vaak komen mensen nog tot echte gesprekken?”
Influencers
De deelnemers beleven de maandelijkse samenkomsten als een verrijking. Hilde vat hun gedeelde ervaring samen: “Wat ik ietwat intuïtief aanvoelde, kreeg met deze avonden een stevige basis. Het is een bron waarvan ik lange tijd afgesneden leefde. Ik leidde een gewoonte-geloofsleven, maar er was een gebrek aan fond.” De leerkrachten prijzen zich gelukkig met deze kans, maar betreuren ook bij hun leerlingen een verlies van referentiekaders op tal van domeinen. “Toch ben ik hoopvol”, zegt Lieven. “Als kind wist ik van de Bijbel niet meer dan zij. Openheid en interesse kunnen ook later komen. Jongeren zijn erg zoekend en zouden aan de Bijbel een boodschap kunnen hebben: een alternatief voor influencers die ‘sportpaleizen’ uitverkopen met simplistische en toxische boodschappen. Wat ik zo waardevol vind, is dat de Bijbellezingen aan alles wat ik beleef, zoals een cinemabezoek of een gesprek met vrienden, een nieuwe dimensie toevoegen: de link tussen de seculiere en de religieuze geschiedenis.”