Tijdens de paasvakantie trokken onze zesdejaars op rondreis door het prachtige Italië: onze traditionele Italiëreis. Onder een stralende lentezon ontdekten ze de charme van verschillende historische steden, elk met hun eigen unieke karakter.
De reis begon in Turijn, een elegante stad met brede lanen, statige gebouwen en een koninklijk verleden. Daarna ging het richting de bruisende havenstad Genua, waar ze zelfs een praatje konden maken met de Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeijffer. Wellicht ging het gesprek over zijn liefde voor Italië.
In het betoverende Firenze, de bakermat van de Renaissance, genoten ze van kunst, cultuur en adembenemende uitzichten. Het spirituele Assisi, met zijn vredige sfeer en indrukwekkende basilieken, liet niemand onberoerd. Ravenna verraste dan weer met haar kleurrijke mozaïeken en Byzantijnse pracht.
Een tussenstop in het piepkleine maar trotse San Marino, een van de oudste republieken ter wereld, gaf de reis een bijzondere toets. De levendige universiteitsstad Bologna stal de show met haar eindeloze arcades en de vele torens. Padua, een charmante stad vol studenten en geschiedenis, bood een mooie overgang naar de laatste stop. De reis eindigde sprookjesachtig in Venetië, met haar romantische grachten, iconische gondels en mysterieuze steegjes — een magisch slotakkoord van een onvergetelijke reis. We zagen dat het goed was... La bella Italia...